Elke week laat ik in deze rubriek een beeldmaker aan het woord over haar of zijn vak. Deze keer: filmmaker Tamino Parren. Vakgebied: film Interesses: documentaires, einzelgängers, nuances Eigenschap: observerend Web: http://parrendocs.nl/ Waar haal je je inspiratie uit? Waar ik me vaak bij documentaires voor interesseer is de eenling, de einzelgänger. De ontkoppeling van de maatschappij door het individu. Persoonlijke verhalen, maar ook iemand die er bewust voor kiest om afzonderlijk te leven, om zich op de achtergrond te houden. Dat vind ik bijzonder. Vaak gaat het om mensen die iets heel bijzonders kunnen, maar wat vaak niet gezien wordt. Dan vind ik het interessant dat je ze juist in je film op een voetstuk kunt plaatsen, om net dát stukje uit hun leven uit te lichten zien wat niemand ziet. Dat zat in mijn afstudeerfilm Never Be Clever, en ook in het portret dat ik daarna voor Docwerk gemaakt heb. Dat ging over Rob Ruimers als kunstenaar; een man die gelijktijdig met zijn werk naar voren treedt, maar als persoon redelijk op de achtergrond bleef. Dat vond ik een mooie contradictie. Een inspiratiebron is Alex van Warmerdam; eigenlijk een schilder, maar daarnaast ook theater- en filmmaker. Ik ben een keer naar een expositie van zijn werk geweest. Hij maakt hele absurde schilderijen, met een vervreemdende, zwartgallige humor. Ik vind elk shot net een schilderij. Hoe hij schildert, daarin zie je ook hoe zijn shots worden gedraaid. Ik waardeer wat hij doet. Hij zet een andere structuur neer in de film. De meeste Nederlandse films hebben een hele klassieke vertelstructuur, rechttoe-rechtaan. Misschien omdat hij als schilder is begonnen, kijkt hij met een ander soort blik naar het medium. Dat resulteert in ander soort film, dat vind ik bijzonder. Hij is wel een maker die ik bewonder. Vind je dat kunstenaars en beeldmakers in het algemeen naar buiten moeten treden met hun werk? Ik denk dat je, qua visie en blik, hoe je om je heen kijkt, toch wel midden in de maatschappij moet staan. Je moet wel goed om je heen kijken om te zien wat er gebeurt, wat er speelt op allerlei vlakken. Ik vind het wel mooi als je als maker iets bescheidener blijft. Uiteindelijk vind ik dat kunst ook spiegelt; je kan mensen een andere blik voorschoten. Kunst zou moeten confronteren. Dat je dan als persoon toch wat meer op de achtergrond blijft terwijl je werk dan voor jou spreekt. Je hebt ook kunstenaars die zichzelf tot kunstwerk maken, en mensen die performances houden. Het ligt eraan welk doel je met je werk wilt bereiken. Als je op een bepaalde manier mensen weet te prikkelen, als daar een dualiteit ontstaat, wat ook met performances kan, dan vind ik dat mooi. Hoe vind je die eenlingen, als ze zo afgezonderd zijn van de maatschappij? Wouter, van mijn afstudeerfilm, is een vriend van me. Hij is autistisch en kiest misschien niet bewust voor een teruggetrokken leven. Alhoewel hij ook aan de andere kant erotische strips maakt. Dat is heel expliciet en daarmee laat hij een extraverte kant zien, terwijl hij als persoon redelijk introvert is. Dat vond ik een leuke paradox in zijn leven. En het siert hem, want hij probeert wel met zijn strips naar buiten te komen; hij laat ze bijvoorbeeld zien aan een stripwinkel en publiceert ze ook online. Hij wil dat mensen ze zien. Die film komt trouwens binnenkort ook op BredaNu en op L1. Ik werkte bij Docwerk, een werkplaats bij Omroep Brabant om een half jaar lang portretten van kunstenaars te maken. Zodoende kwam ik bij Rob Ruimers uit. Hij heeft wel heel extravert werk, maar is als persoon wel iets gesloten. Dat was wel in lijn met mijn afstudeerfilm. Ik werd min of meer aan hem geïntroduceerd. Beide personen, Wouter en Rob zijn een beetje gesloten, dus je moet dat op een bepaalde manier proberen open te breken en kennis te laten maken. Je probeert open gesprekken te krijgen maar dat is wel moeilijker als iemand zo teruggetrokken leeft. Bij je afstudeerfilm hoor je jou ook praten, bij het portret van Rob niet. Waarom was je daar in die zin niet aanwezig als maker? Het was een bewuste keuze; Wouter was al een vriend van me; ik had al een bepaalde verhouding met hem. Rob kende ik nog niet; er was nog niet sprake van een diepe band tussen ons. Bij Wouter vond ik het beter passen omdat we al een geschiedenis samen hebben. Dat werkte ook beter. Je kunt je afvragen als je laat zien dat iemand erotische strips maakt en in een boerderij in de Zuid-Limburgse heuvels, ergens afgesloten in een donker hol, leeft, of er een band is met de maker, omdat je zo ver gaat. Dat is ook een reden waarom ik onze verhouding voelbaar heb gemaakt in de film. Kun je nog wel genieten van films kijken als je zelf films maakt? Het wordt steeds moeilijker eigenlijk, haha. Je kunt er nog wel van genieten, maar je moet je er soms ook aan overgeven. Victor Kossakovsky maakt cinematografische documentaires, hele beeldende films. Als ik een korte of lange film van hem kijkt, dan ben ik altijd erg geboeid door zijn blik. Op het IDFA heb ik ook films van hem gezien, dat vond ik toen heel boeiend.. Dat houdt je dan wel scherp, en dan blijf je ook kijken. Een documentaire vereist een actieve houding van jou als kijker. Je denkt niet 's avonds van "laat ik lekker op de bank ploffen en een zwaar maatschappelijk geëngageerde documentaire kijken". Die actieve houding, dat vind ik ergens wel goed. Het is een boeiend genre, maar je moet er wel zin voor maken. Vind je dat Nederland een fijne omgeving is voor beginnende filmmakers? Nog wel, maar het Mediafonds gaat stoppen. Dat wordt echt erg zuur; dat is nu nog een grote stimulans voor jonge filmmakers om door te gaan. Ik ken mensen die er een beroep op hebben gedaan en ik hoop nog met de komende lichting mee te kunnen doen voor mijn nieuwe film. Als het stopt, wordt het een stuk moeilijker. Mijn afstudeerfilm ging deels over autisme, en toen heb ik verschillende fondsen over autisme benaderd. Je zoekt aansluiting bij het onderwerp. Er zijn altijd bepaalde aanknopingspunten, maar het wordt wel veel moeilijker. Als het Mediafonds wegvalt, vind ik het wel heel schraal wat er overblijft. Awards kunnen enigszins helpen. Ik heb zelf bij een Eindhovens festival, Docfeed, een award gewonnen. Daar doe je een hoop gesprekken op en je kunt er uiteindelijk veel mee, maar veel documentaires zijn wel gesubsidieerd door het Filmfonds of bijvoorbeeld het Bernard Cultuurfonds. Het helpt wel als je een prijs hebt gewonnen als je met een producent gaat praten. Maar uiteindelijk ben je als regisseur of documentairemaker toch afhankelijk van fondsen. Sommige films hebben nu eenmaal meer budget nodig. Ik denk dat er manieren ontstaan, als het Mediafonds stopt, om bijvoorbeeld via omroepen films te kunnen blijven maken. Opdrachtfilms zijn ook altijd leuk. Ik merk wel dat soms afgestudeerde filmmakers denigrerend doen over opdrachtfilms, omdat we opgeleid worden tot regisseur. Je kan ook een part time baan ergens zoeken en je daarnaast op je carrière als regisseur focussen, maar ik vind het leuker om dit full time te doen. Je krijgt toch een grote mate van vrijheid om te maken wat je wilt maken, alleen hebben opdrachtfilms nu eenmaal een commercieel karakter. Ik heb bijvoorbeeld een film gemaakt over een zorgimkerij, waar mensen met een verstandelijke beperking de kans krijgen om mee te werken aan het maken van honing. Ik merkte dat die mensen er heel gelukkig mee zijn; die doen van alles wat ze leuk vinden en helpen het bedrijf succesvol te worden. Ik filmde de man die daar werkte, Dick van Leeuwen, een grappige, boeiende man die er leuk over kon vertellen. Het is een bedrijfsfilm, maar een waarbij hij de hoofdrol speelt en het verhaal van de imkers vertelt. Dus in zekere zin is het een soort portret over hem, maar wel met het doel om animo en bekendheid te creëren voor de Zorgimkerij. Het is een commerciële opdracht, maar je kunt er wel ook een beschouwende blik in kwijt. Het is maar net wat voor soort films je wilt maken.
Wanneer kwam je erachter dat je film een interessant medium vond? Ik denk eigenlijk wel in het eerste jaar van het St.Joost. Toen ik naar de academie kwam, wist ik wel al dat ik filmmaker wilde worden, maar nog niet of ik documentaires of fictie films wilde gaan maken. Toen ik in de propedeuse mijn eerste portret als korte docu ging maken, merkte ik dat ik het wel heel interessant vond. Dat je iemand die je boeiend vindt, door middel van een film wilt doorgronden. Dat is eigenlijk wel wat je doet; iemand leren kennen. Als je iemand gaat observeren met een camera, plaats je jezelf ook in die beschouwende positie. En dat vind ik interessant: dat jij, en daarmee ook de kijker, iemand op een hele andere manier, met een onconventionele blik, zonder vooroordelen, leert kennen door te observeren. Wat zou je nog graag willen doen? Ik zou nog graag een korte fictie film willen maken. Natuurlijk doe ik het liefst docu's, maar er zijn ook allerlei andere ideetjes die ik nu aan het uitwerken ben. Ik heb een script geschreven dat ik in de toekomst, als ik wat meer ervaring heb, zou willen filmen. Ik houd heel erg van de film Nothing Personal, fictie met een heel documentair karakter. Het heeft iets puurs en is een beschouwende film. Met een verwonderde film kijk je naar de personages. Dat is ook wat ik doe in documentaires. Met diezelfde blik kijk ik naar de personages die ik portretteer. Nothing Personal is een film met weinig dialoog; het gaat om een blikkenspel en observaties. Mijn documentaires hebben wel tekst en interviews, maar zijn voornamelijk observaties. Dat zou ik ook graag in een fictie film willen doen. Een beschouwende blik, daar houd ik van. Dat is een bepaalde aanpak, maar de vorm kan verschillen. Ik ben bezig met een nieuwe documentaire, over Ameland, maar mag daar nog niet te veel over vertellen, haha, wel een beetje. Ik wil meerdere portretten maken van eilandbewoners, met de gedachte dat ik op zoek ga naar het eilandgevoel. We gaan allemaal wel eens op vakantie, zijn misschien wel eens op een eiland geweest. De bewoners van de waddeneilanden, zeker van Ameland, waar ik al een lange tijd kom, die waarborgen heel erg dat eilandgevoel, proberen vast te houden aan hun eigen wereldje. Ze waarborgen een sterke identiteit, terwijl het eiland zich heel dienstbaar opstelt. In de zomer is het één grote toeristenbom; alles wordt in dienst gesteld van het toerisme. Terwijl in de winter het tegenovergestelde ontstaat: mensen zijn op zichzelf, creëren het 'eigen' eilandje. Er gaan wel boten naartoe, maar om de een of andere reden trekt het eiland niet in de winter. Dat vind ik een interessante paradox om te belichten aan de hand van een aantal portretten. Niemand weet natuurlijk beter wat het eilandgevoel is dan de eilandbewoners zelf. Nu wil ik onderzoeken of ik zelf wel het eilandgevoel ervaar. Ik kom al mijn hele leven op het eiland maar ben toch ook een beetje een buitenstaander. Ik word er wel bij betrokken door de vrienden die ik daar heb, maar er blijft een afstand. Ben jij ook een professioneel beeldmaker en lijkt het je leuk een keer in deze rubriek aan het woord te komen? Mail me via info(at)neetje.nl en dan kunnen we kijken of we een interview kunnen inplannen.
0 Opmerkingen
Laat een antwoord achter. |