Elke week laat ik in deze rubriek een beeldmaker aan het woord over haar of zijn vak. Deze keer: autonoom beeldend kunstenaar Jonathan Gaarthuis. Vakgebied: beeldende kunst Interesses: materie, natuur(lijke fenomenen), oorzaak, gevolg, zichtbaarheid Eigenschappen: zoekend, archeoloog Web: www.jonathangaarthuis.nl Waarmee ben je afgestudeerd in 2012? We hadden best wel een goede klas; dat scheelt enorm. Bijna iedereen van onze klas is nog goed bezig. We hadden van tevoren met elkaar doorgesproken wat we precies wilden en hoe we de expositie wilden inrichten. Ik had een eigen lokaal tot mijn beschikking, wat ik gehalveerd had omdat het anders een te grote ruimte zou zijn, en daar heb ik drie werken laten zien. Je werd naar binnen geleid door een witte, schuine muur. De ruimte had ik helemaal donker gemaakt. Het eerste wat je tegenkwam was een werk dat ik ín de muur had gemaakt: een drie meter lange metaalbak met een diepte van anderhalve meter, met een laagje water eronder: Horizon. Het is een ervaringswerk: je ziet een soort maanlandschap met kleine eilandjes erin. Het water reflecteert heel erg dus je krijgt ook een vreemde dieptewerking. Daarnaast druppelt er af en toe wat water, waardoor het ook steeds in verandering was. Mensen gingen soms ook met de vingers erin, konden het niet precies plaatsen, wilden graag weten hoe het in elkaar zat. Ik vind het niet echt nodig om te vertellen hoe het precies werkt, laat ze het maar gewoon beleven. Het mysterieuze, waardoor het onbegrijpelijk is, of waardoor je juist vragen aan jezelf gaat stellen, dat wilde ik graag behouden in dat werk. Het hoekje om had ik een raamwerk, wat constant beslagen raakte, waar steeds druppels naar beneden vielen, dus ook een werk dat constant in verandering is. Ook had ik nog een werk, waar je de schaduw van de condens heel langzaam op de muur zag bewegen. Dat was een vrij subtiel werkje: je merkt het wel, maar ook weer niet net. Je moet er echt te tijd voor nemen, daarom had ik er ook een bankje neergezet. Fenomenen, momenten die langzaam aan je voorbij gaan, zoals bij de waterdruppels, of de schaduw van het licht: dat zijn elementen die steeds terugkomen in mijn werk. Het zichtbaar maken van en de nadruk leggen op de dingen die voorbij gaan. Daarom was het ook belangrijk dat de ruimte steriel was, donker en strak afgewerkt, zodat al je concentratie op dat werk kwam te liggen. Als ik een drukke ruimte had gehad dan was er te veel afleiding. Vind je dat er in Nederland veel mogelijkheden geboden worden aan jonge kunstenaars? Er wordt veel gedaan. Helaas merk je wel dat veel kunstinstellingen minder subsidie hebben en dat daardoor alles maar gratis moet. Je hebt een paar prijzen of subsidies waar je aan mee kan doen. Zo kun je bij het Mondriaan Fonds subsidie aanvragen, dat heb ik bijvoorbeeld gedaan. Dat heb ik ook gekregen, daar was ik onwijs blij mee. Als je net afgestudeerd bent kun je een plan indienen, vertellen wat je met het geld wilt doen, en dan kun je subsidie krijgen om je te ontwikkelen als kunstenaar. Dat is nu wel veranderd; je moet nu minimaal een jaar afgestudeerd zijn om de subsidie aan te kunnen vragen. Ik heb na het afstuderen veel bij mijn werk gestaan en erover gepraat, dat hielp ook. Er komen best veel mensen op zo'n eindexpositie af, dan praat je met iedereen en grijp je graag alle kansen aan. Ze zeggen wel eens dat je na de academie in een zwart gat valt, maar dat valt eigenlijk best mee. Ik had het best druk. Dat kan ook liggen aan wat voor werk je maakt, bijvoorbeeld hoe toegankelijk het is; dat is bij sommige werken meer dan anderen. Na mijn eindexamen waren er best wel wat reacties en uitnodigingen voor exposities. Vaak vragen ze je afstudeerwerk. Een galerie kent dat werk en wil dan ook graag dat werk in de expositie hebben, daar kiezen ze het op uit en dat is makkelijk te plaatsen. Ik maak ook graag nieuw werk, zoals ik bijvoorbeeld voor galerie Phoebus in Rotterdam heb gedaan. Je probeert ook te laten zien wat je nog meer kan door het te combineren met nieuw werk, maar dat blijft wel een moeilijk punt. Maar dat snap ik ook: ze hebben een bepaalde planning voor hoe ze de galerie willen indelen en het is ook moeilijk voor de curator om soms in te schatten of nieuw werk zou passen. Is het voor beeldende kunstenaars belangrijk om te exposeren? Of: hoe kun je ook het publiek bereiken? Het is belangrijk om je werk te laten zien. Als je in je eentje in je atelier blijft, dan blijft je werk maar liggen. Sowieso is je website belangrijk. Ik ben echt verbaasd dat bepaalde kunstenaars geen website schijnen te hebben. Je merkt dat mensen ook via je website op je werk afkomen. Wat ook goed helpt is om op een kunstblog terechtkomen. Het blad Kunstbeeld bestaat niet meer, maar het kan helpen als je bijvoorbeeld met je werk op Lost Painters of Metropolis M komt. Er zijn best wel veel kunstenaars, en je moet het makkelijk maken voor mensen om je te vinden. Daarnaast kun je je ook inschrijven bij bijvoorbeeld het CBK (Centrum Beeldende Kunst) in Rotterdam of het bkkc (Brabants Kenniscentrum Kunst en Cultuur) in Brabant; dat kan ook helpen. Daarnaast probeer je mee te doen met wedstrijden. Zo heb ik meegedaan aan de Zomerexpo in Den Haag. Dat geeft veel respons, daar heb ik ook een werk door verkocht. Er komen veel mensen op af, het is een grote expositie. Wel een tip: je kan het beste bij de eerste datum meedoen, dan heb je de meeste kans om er doorheen te komen, dat heb ik ontdekt, haha. Kom je uit een artistieke familie? Ik denk dat mijn vader en moeder graag zelf naar de kunstacademie hadden willen gaan, maar dat dat niet kon in hun tijd. Ze kunnen wel allebei goed tekenen. Ik ben best vrij gelaten, misschien ook een beetje gepushed. Mijn zusje wilde altijd naar de academie. Ik niet, was niet goed in tekenen, wilde eerder archeoloog worden. Dat leek me heel leuk, maar stiekem doe ik het eigenlijk nog steeds. Ik zie iets, maak zelf dingen en ontdek weer wat anders. In dat opzicht komt dat wel terecht, maar op een andere manier. Hetzelfde geldt voor fotografie: de manier van fotograferen die ik geleerd heb op het Grafisch Lyceum komt ook weer op andere manieren terecht in mijn beeldende kunst. Het heeft allemaal verhoudingen met elkaar. Als je door een camera kijkt, kijk je via een frame, je kijkt op een bepaalde manier. Het grappige is, wat ik pas tijdens mijn eindexamen ontdekte: veel van mijn werken zijn in frames neergezet. Ik let ook veel op de kleine dingen in het leven, daar kan ik van genieten. Ik ben iemand die zich daar echt op kan focussen, waar ik in kan verdwijnen. In de trein kijk ik bijvoorbeeld naar de kleine streepjes op het raam, waar de wind en de stoffen kleine streepjes maakt in het raam. Dat vind ik fascinerend, ik ben iemand die daar naar kijkt. Je bent constant met dat frame bezig. De fotografie heeft invloed op mijn werk gehad, heeft het nog steeds. Ik vind ook van de archeologie andere dingen in mijn werk. Het leuke aan archeologie is iets ontdekken, dat is hetzelfde in de kunstenaarswereld: je ontdekt iets en gaat daarmee aan de slag. Archeologen hebben ook dat zoeken, het blootleggen. Hoe zou je je eigen werk omschrijven? Ik heb verschillende manieren om verschillende soorten dingen te werken. Ik werk graag met natuurlijke processen, met materie die zich om ons heen bevindt maar ook niet echt zichtbaar is, bijvoorbeeld stof, water of licht. Dat probeer ik dan zichtbaar te maken op bepaalde manieren. Dat kan juist iets zijn dat in beweging is, waarbij je meer proces ziet, of voor een moment uit dat proces. Bij licht heb ik bijvoorbeeld bewust gekozen voor het moment. Fotografie is an sich al een manier om licht te vangen in een fractie van seconden, in een moment. Bij mijn fotografiebeelden zoek ik wel weer de grens op tussen het zichtbare en het onzichtbare; een soort vervreemding, dat je niet zeker weet waar je naar zit te kijken. Er moet wel een spanningsveld in zitten. De manier hoe ik het gemaakt heb, is niet het belangrijkste. Deze had ik gemaakt voor het Glow Festival in Eindhoven; ik wist dat hij op een zwarte muur terecht zou komen, daarom had ik expres gekozen voor een witte foto, dat knalt lekker. Maar ik werk soms best groot. Voor lokaal 01, wat nu Club Solo is geworden in Breda, heb ik een foto van vier bij drie meter gemaakt, die rechtstreeks analoog is afgedrukt.
Wat is beeldende kunst voor jou? Er wordt soms wat makkelijk over gedaan, maar ik denk dat beeldende kunst toch wel één van de moeilijkste opleidingen is. Omdat je juist totaal alle vrijheid krijgt, maar aan de andere kant ook geen vrijheid hebt: je gaat jezelf beperken in je doen en laten omdat je jezelf steeds verder wilt ontwikkelen, waarbij je jezelf steeds weer dingen af gaat vragen. Omdat je voornamelijk in het begin best wel vrij bent, is dat voor veel mensen moeilijk, omdat je toch vanuit jezélf moet beginnen, werk moet maken. Daar krijg je in die vier jaar ook wel de tijd voor. Als ik terugkijk, zijn die jaren ook goed ingedeeld. Op een gegeven moment wordt het best serieus. Wat wil je als kunstenaar, hoe wil je je als kunstenaar verhouden tot de wereld? Beeldende kunst is heel persoonlijk. Ik denk dat je als beeldend kunstenaar toch mensen op een bepaalde manier iets wilt laten zien, iets wilt laten meemaken of wilt vertellen. En ieder doet dat op een eigen manier. Dat is het leuke van beeldende kunst: dat iedereen zo verschillend is. Dat was ook zo leuke van mijn klas: dat iedereen verschillend werk maakt: iedereen heeft eigen fascinaties, vertelt eigen dingen. Het begint vanuit jezelf, maar ik denk dat ik wel een publiek nodig hebt, anders kan ik net zo goed in m'n eentje wat werk maken. Je wilt het wel laten zien, iets vertellen. Mensen mogen er van alles van vinden. Het leukste aan exposeren is kijken hoe mensen reageren op je werk. Je probeert wel de manier waarop je die fascinaties waarneemt, je enthousiasme of verwondering op een bepaalde manier over te brengen op je publiek. Als dat lukt, geeft dat een kick en is het fijn. Het ligt ook aan wat voor werk je maakt; bij het ene werk is dat meer aan de hand dan bij het andere. Wiens werk spreekt je aan? Er zijn een paar kunstenaars met wiens werk ik een relatie tot mijn eigen werk heb. Mijn favoriete kunstenaar is James Turrell. Die heeft nu een expositie in De Pont. Hij is een kunstenaar die heel zijn leven met het thema licht bezig is probeert dat op verschillende manieren over te brengen. Hij is nu al twintig of dertig jaar bezig met zijn grootste project, in een dode vulkaan. Daar heeft hij een tunnelstelsel in gemaakt, met twintig kamers, waar je doorheen kan gaan en dan zie je het licht op verschillende manieren bewegen. Het mooie is, is dat hij van zoiets simpels als lucht, veel verschillende facetten kan laten zien. Hij heeft één kunstwerk vast in De Pont, in een donkere ruimte. Dat is een heel subtiel geprojecteerd werk, met een paarsblauwig licht, wat je ogen niet goed kunnen bevatten. Je krijgt er een mistig gevoel door, je kan het niet tasten. Turrell is mijn favoriet, met een bepaald soort werk, maar ik probeer wat breder te werken. Het enige wat ik niet doe, is schilderen, voor de rest doe ik alles, met bijvoorbeeld sculpturen, foto's of installaties. Wat vind je een uitdaging om nog een keer te doen? Ik heb nog nooit in het buitenland geëxposeerd, dat is nog wel iets wat ik graag zou willen. Ook kunst in opdracht, een werk dat echt permanent ergens kan blijven staan. Dan maakt binnen of buiten niet zoveel uit. In het Boijmans of in De Pont terechtkomen, of een solo-expositie, dat lijkt me heel tof. Ik hoop op een artist in residence-schap in Noorwegen voor twee maanden. Dat is een geweldige plek, als je die foto's ziet, denk je: daar moet ik naar toe. Ik had me aangemeld, en ik hoop dat ik daar doorheen kom. Ben jij ook een professioneel beeldmaker en lijkt het je leuk een keer in deze rubriek aan het woord te komen? Mail me via info(at)neetje.nl en dan kunnen we kijken of we een interview kunnen inplannen.
0 Opmerkingen
Laat een antwoord achter. |